Kerkelijk Centrum 'Irene'
Ons Centrum'

(Hervormde) kerk 150 jaar

Hervormde kerk 150 jaar

150 jaar geleden op 16 maart 1870 is de Hervormde Kerk in Vroomshoop in gebruik genomen. De inwijding geschiedde door Ds. L. Vroom uit Zwolle.

Op 16 april 1870 werd de eerste predikant bevestigd.

Met de bevestiging van de eerste predikant, ds. P.G. Dreesman, in 1870 tot aan de laatste predikant, ds. F. Schipper in 2008, zijn in totaal 33 predikanten bevestigd.

Sinds 1995 ontstonden steeds intensievere contacten en samenwerkingsverbanden tussen de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente in het kader van het zogenaamde Samen op Weg proces. In het jaar 2000 werd een speciale stuurgroep gevormd om het proces van eenwording te begeleiden.

Op 5 januari 2014 werd door vertegenwoordigers van beide kerkenraden een federatieovereenkomst getekend, waarmee de ‘Protestantse Gemeente in wording te Vroomshoop’ in het kader van het landelijk PKN-verband een formele status kreeg.
Door deze fusie op 8 januari 2017 tot Protestantse gemeente te Vroomshoop telde de nieuwe kerkgemeenschap iets meer dan 3.850 leden.
Dit aantal ligt inmiddels (maart 2020) rond de 3100.

Veel gezinnen zijn wekelijks jaar in jaar uit naar deze kerk gekomen om het woord te horen.

Nog steeds gaan velen naar de PKN gemeente (Kerkelijke Centrum Irene en kerkelijke Centrum Het Anker)  in ons dorp.

Dat dit in alle vrijheid kan stemt ons tot grote dankbaarheid.

We hopen dat we als PKN gemeente een ware “familie” mogen zijn waar we blijven omkijken naar elkaar en waar Gods woord nog lang mag blijven klinken.

Hieronder nog een leuk artikel over de geschiedenis.

Kerkenraad PKN Vroomshoop

 

150 jaar (Hervormde) kerk Vroomshoop

Op D.V. 16 maart is het 150 jaar geleden dat de kerk officieel in gebruik is genomen. Historicus Cees Bos stond 60 jaar geleden stil bij het 100-jarig jubileum van Vroomshoop. De toenmalige kerkenraad vroeg hem aandacht te besteden aan bovenstaand feit en in het  ‘Kerkblad der Hervormde Gemeente te Vroomshoop’ verscheen zijn bijdrage. Hij maakte van de nood een deugd door meteen het in ‘deplorabele toestand’ verkerende kerkelijk archief op orde te brengen. Onderstaand een sterk verkorte versie van zijn toenmalige bijdrage.
In de jonge veenkolonie Vroomshoop waren in 1863 al twintig verveners gevestigd, die dat jaar ongeveer 65 miljoen turven lieten produceren door de ongeveer 500 veenarbeiders die zij in dienst hadden.

Het snel groeiende dorp omvatte in dat jaar niet alleen 110 woningen maar ook twee kalkovens, een scheepswerf, een molen, een school én een gereformeerde kerk. De snelle totstandkoming van deze kerk heeft vermoedelijk het hervormde bevolkingsdeel geïnspireerd ook vaart te maken. De Vroomshoopse vervener Van der Hans en de Daarler predikant Braam vatten daarom in 1863 het plan op voor een zelfstandige Hervormde Gemeente met eigen kerk en pastorie te Vroomshoop.

Na overleg met de Almelose dominee Schorse belegden zij een vergadering ten huize van G.J. Vrielink te Dalvoorde. Daarbij waren ook aanwezig de burgemeester van de gemeente Den Ham  J.A. Helderman, de Hammer notaris Jonkers, de vervener “aan ’t kanaal” H.J. Pijlman, en de hoofden der lagere scholen te Den Ham (J.W. Hoefman), te Linde (F. Hofman) en “aan ’t kanaal” (E.J. Hoefman Jr.).

De aanwezigen besloten een actiecomité te vormen, met uitzondering van F. Hofman, die zo’n  commissie overbodig achtte. En de Hammer predikant H.L.C.E. Bakker weigerde zijn medewerking.  Later traden nog toe: B. Nachenius, directeur te Vroomshoop van de Eerste Nederlandsche Veen Maatschappij en ds. A.G. Boon, die ds. Bakker opvolgde in Den Ham.

Uiteraard richtte de activiteiten zich in eerste instantie op het inzamelen van geld; en niet zonder succes, want al in hetzelfde jaar werd bijna 1200 gulden bijeengebracht.

In januari 1866 begon men om te zien naar een geschikt bouwterrein.  Aanvankelijk scheen de keuze te vallen op een halve bunder, “naast de bermsloot tegenover de brug aan de Punt”. Maar deze plek vond men toch te excentrisch gelegen. De commissie voelde meer voor een plek bij de vlotbrug (de huidige Tonnendijkbrug), maar omdat de gereformeerde kerk daar dichtbij (binnen 200 meter)  stond, was dat niet toegestaan.

Uiteindelijk viel de keuze op een terrein van de heren Tuymelaar en Pijlman aan het kanaal. In de zomer van 1868 groef men hier het veen weg, waarmee het eerste zichtbare resultaat was verkregen. Tezelfdertijd gaf men de architect H.A. van Goor te Deventer opdracht een kerkgebouw te ontwerpen.

Ondertussen was men met de Hervormde kerkenraad van Den Ham gaan onderhandelen over het verloop van de grens van de af te splitsen nieuwe kerkelijke gemeente. Toen op 31 oktober 1868 Vroomshoop officieel als zelfstandige Hervormde Gemeente werd uitgeroepen, werd daarbij de omgrenzing als volgt beschreven: “De gronden, gelegen ten zuiden van het Overijssels kanaal: vanaf de grens met Hellendoorn tot aan de Twistweg; ten noorden van het Overijssels kanaal: de weg dóór de Zandstuve tot en met het huis van Moddejonge (nabij de huidige tennisbaan); dan de weg oostwaarts op naar het zogenaamde Zwarte Gat, tot aan het 6e blok; vanaf de Veenscheiding die weg noordwaarts volgend tot aan de Geerdijk; en van die weg even de oostwaarts lopende weg, tot aan de Beerzerscheiding”.

Hoewel Vroomshoop dus nu een zelfstandige Hervormde Gemeente vormde, was er nog geen kerk. Daarom werd het schoolgebouw beschikbaar gesteld. Tijdens deze diensten werd geld ingezameld voor de kerk, een orgel en voor het aankopen van een terrein voor een begraafplaats. Dat laatste viel mee, want notaris Jonker schonk het terrein daarvoor en de Hammer arts Cappenberg schonk de omheining en beplanting. Op 1 maart 1869 werd het kerkhof de gemeente aangeboden.

Inmiddels had op 28 december 1868 de aanbesteding van de kerkbouw plaats gehad. De laagste inschrijver bleek B.H. Trooster uit Zwolle te zijn, die G. de Vries tot medeaannemer had. Hij vroeg ƒ 11.640,- dat echter ongeveer ƒ 2.000,- boven de begroting lag. Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, werd het bestek herzien. Zo werd de hoogte van de gevels met 1 meter, en die van het klokkenhuis met een ½ meter verminderd, terwijl van de breedte van het gebouw een steenlengte werd afgenomen. Daardoor kon bij de herbesteding op 27 januari 1869 een meer bevredigend resultaat worden verkregen; de bouw werd voor ƒ 9770,- gegund.

Op 10 februari 1869 kwamen de stemgerechtigde lidmaten in de school bijeen, om voor het eerst ouderlingen en diakenen te kiezen. Tot ouderling koos men de heren J. van Eerde, T.G. Meester en R. Hofman; tot diakenen J.W. Nieuwlaar, G.J. Hartgers en H.J. Pijlman.

Voor de aankoop van een stalen torenklok polste de commissie op 4 maart 1869 de firma Deutzer te Groningen. De middelen om tot aankoop van een klok over te gaan, werden zeer verruimd door de activiteiten van mevrouw Braam en de dames Van der Hans. Zij organiseerden in de school een tentoonstelling “Voorwerpen van Kunst en Smaak”, met als topstuk een canapé-kussen geschonken door het koningshuis.

De Hervormde Gemeente, die in 1869 ongeveer 700 zielen telde, wachtte met ongeduld op de dag dat de kerk in gebruik kon worden genomen. Deze dag kwam op 16 maart 1870. De inwijding geschiedde door ds. L. Vroom uit Zwolle, die bij de predicatie uitging van Hebr. 3 : 4 (want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God).

Op 16 april 1871 kon de eerste predikant, ds. P.G. Dreessman worden bevestigd. Zijn woning, de pastorie, werd een week later, op 24 april, opgeleverd.

De taak van de commissie was nu praktisch beëindigd. Op 10 juli 1871 droeg zij alle verkregen eigendommen, w.o. het archief, aan de kerkelijke gemeente over. In de acht jaren van haar bestaan had zij voor een bedrag van bijna ƒ 20.000 bijeengebracht.

Bovenstaand is overgenomen uit het kwartaalblad “van brink tot brug” – Oudheidkundige Vereniging Den Ham –Vroomshoop nr. 2019-3, geschreven door Klaas Dragt.

Bronvermelding: Kerkblad der Hervormde Gemeente te Vroomshoop, zaterdag 12 september 1959 en het boek “Kerkvolk en Volkskerk “– C.J. Bos (juli 2007)

<< Terug